Munitie in de Oostzee: controleren, bergen of achterlaten?

Onderzoekers bieden instructies en keuzehulpen De Oostzee bevat een duistere erfenis van ca. 50 000 ton gedumpte chemische strijdmiddelen (CWA) en meer dan 200 000 ton conventionele munitie uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De vraag is: Laat je ze daar liggen en accepteer je dat er langzaam giftige stoffen ontsnappen, of houd je de munitie vast en riskeer je dat de poreuze metalen lichamen breken of zelfs exploderen? Zulke vragen worden behandeld door de overheid en de politiek. Wetenschappers hebben in het internationale onderzoeksproject DAIMON keuzehulpen ontwikkeld en deze nu gepresenteerd op het Thünen Instituut in Bremerhaven. De hoeveelheid conventionele munitie en chemische strijdmiddelen wordt alleen al in Duitse wateren geschat op 300.000 ton. Deze werden na de oorlog opgeruimd zonder zich zorgen te maken over de gevolgen voor het milieu. Net buiten Kiel ligt bijvoorbeeld het munitiezinkgebied Kolberger Heide - een afgeschermd gebied waarin ongeveer 35.000 ton mijnen en torpedo's liggen in maximaal twaalf meter waterdiepte en in het zicht van het strand. Munitie op de zeebodem blijft zelfs tientallen jaren na het zinken een gevaarlijk effect ontwikkelen, zoals een internationaal onderzoeksteam nu heeft ontdekt: De resultaten van het onderzoeksproject DAIMON (Decision Aid for Marine Munitions) werden op de gezamenlijke eindconferentie van de Thünen- en Tübingen van 5 tot 7 februari 2019 gepresenteerd door het Alfred Wegner Instituut in Bremerhaven. De onderzoekers hebben monsters verzameld en de chemicaliën geanalyseerd die uit de munitielichamen ontsnappen. Er werden sporen van munitie gedetecteerd in vissen die in de buurt van munitiegebieden werden gevangen. Dit geldt ook voor afbraakproducten van het explosieve TNT en arseenhoudende chemische strijdmiddelen. Schelpen die in kleine netkooien op de Kolbergse Heide werden blootgesteld aan de invloed van munitie verergerden de afbraakproducten van TNT. Dit maakt duidelijk dat giftige stoffen uit de bommen ontsnappen en worden opgenomen door de organismen die daar leven. Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat TNT giftig is voor mosselen en het genoom van vissen aantast, wat kan leiden tot tumoren. De gevoelige platvissoort Common dab heeft zelfs meer levertumoren in de Kolberger Heide dan elders: een correlatie tussen lokale blootstelling aan TNT en een verhoogd aantal tumoren ligt voor de hand. De afbraakproducten van TNT zijn ook mutageen, zodat de organismen nog steeds worden blootgesteld aan het effect van munitie, zelfs als het snel afbreekbare TNT niet meer detecteerbaar is. De resultaten van deze en andere onderzoeken zullen praktische en direct toepasbare aanbevelingen bevatten voor milieubewaking en het omgaan met munitie. De belangrijkste producten van het DAIMON project zijn instructies voor risicomonitoring en -beoordeling: een direct toepasbare verzameling van methoden uit de milieumonitoring voor de beoordeling van acuut gevaar voor het ecosysteem door munitie (DAIMON Toolbox) en een webgebaseerd systeem (Decision Support System), dat bijvoorbeeld politici en autoriteiten zal helpen bij de beslissing of munitieobjecten in de Oostzee bijv. alleen gemonitord of geborgen moeten worden. Meer informatie: https://www.daimonproject.com.