Milieugroepen roepen op tot effectievere bescherming van de zee

Duitse milieuorganisaties hebben federaal minister van Voedsel en Landbouw Christian Schmidt en federaal minister van Milieu Barbara Hendricks opgeroepen tot een effectievere bescherming van de zee in de Noord- en Oostzee. In een gezamenlijke verklaring benadrukken ze de noodzaak om in de toekomst strengere regels toe te passen op de NATURA 2000-visserij in beschermde zeegebieden binnen de Exclusieve Economische Zone (EEZ). De officiële inspraakprocedure met betrekking tot de door het Ministerie van Milieu en Landbouw voorgestelde maatregelen loopt tot 22 maart. Volgens hen zijn de huidige maatregelen onvoldoende om de bruinvis (de enige Duitse walvis) en zeldzame steenriffen en zandbanken te beschermen en moeten menselijke activiteiten zoals destructieve vismethoden in minstens de helft van de beschermde gebieden worden verboden. De betrokken milieugroepen zijn BUND, Deep Wave, DNR, DUH, Greenpeace, NABU, bescherming Wattenmeer, Whale & Dolphin Conservation en WWF. Ze zijn kritisch over het gebrek aan maatregelen gericht op de beschermde gebieden in de Oostzee, evenals de voorgestelde maatregelen voor het buitenrif van Sylt in de Noordzee met de Amrum Bank (wat overigens het kraamgebied is voor de bruinvissen). Ze vragen ook om strengere maatregelen met betrekking tot visserijactiviteiten in beschermde gebieden, zoals een verbod op het gebruik van bodemtrawls die de zeebodem beschadigen of kieuwnetten waarin talloze zeevogels en dolfijnen als bijvangst terechtkomen. De verenigingen herhalen dat alleen met de instelling van visvrije zones natuurreservaten hun functie als toevluchtsoord voor bedreigde soorten en natuurlijke habitats kunnen vervullen. Geen schadelijke vismethoden in natuurgebied Een ander punt van kritiek is het feit dat de Duitse visserij op Noordzeegarnalen (Crangon crangon) in het oostelijke deel van het Sylt Outer Reef is vrijgesteld van naleving van de richtlijnen, ook al zijn hun vismethoden milieuverwoestend. Hierop merkten de organisaties op dat de uitzondering voor de garnalenvisserij het woord "reservaat" doorkruist, omdat de bodemtrawls die zij gebruiken schadelijk zijn voor de zeebodem. Voor hen zou het effect van het toepassen van de richtlijnen op hen eigenlijk minimaal zijn, omdat de hoeveelheid vangst die op deze locatie wordt gegenereerd minder dan drie procent van hun jaarlijkse vangsthoeveelheid uitmaakt. Het rapport, opgesteld door de gezamenlijke aanbevelingen voor visserijbeheer van de Duitse regering, zal worden gestuurd naar de Europese Commissie en de EU-lidstaten die visserijactiviteiten uitvoeren in de Noordzee. Tot deze laatste groep behoren Denemarken, Nederland, Groot-Brittannië, België en Frankrijk. Voordat de maatregelen in Duitsland worden geïmplementeerd, moeten alle landen instemmen met het voorstel. De milieugroepen vrezen een verdere afzwakking van de maatregelen in het komende Europese proces. Een woordvoerder van de organisaties zei dat de visserij-industrie te vaak heeft gezegevierd tegen de belangen van de toepasselijke instandhoudingswetgeving die op EU-niveau wordt gehandhaafd, vandaar dat de federale regering deze keer misschien niet zal instemmen met een politieke minimumconsensus in de onderhandelingen.