Antarctica: Amfipoden als ontvoerder ...

Een raadselachtige relatie tussen amfipoden en pteropoden

Pteropoden of zeeslakken, ook wel zeeengelen genoemd, produceren afschrikwekkende chemicaliën om zichzelf te beschermen tegen roofdieren. Amfipoden (Hyperiidea) kunnen hiervan profiteren door mee te liften op pteropoden voor bescherming tegen roofdieren. Een voordeel voor de pteropode is niet herkenbaar, integendeel: ze verhongeren, omdat de poten van de vlooienkrabben hun voeding belemmeren. Biologen rond Dr. Charlotte Havermans van het Alfred Wegener Instituut (AWI) onderzochten dit fenomeen in een samenwerkingsproject met de Universiteit van Bremen. In het tijdschrift Marine Biodiversity vertellen ze over kidnapping en leggen ze uit wat de mogelijke voordelen van deze associatie zijn voor zowel de gastheer als zijn passagier.

Amfipoden van de suborde Hyperiidea zijn een populaire prooi van vissen en zeevogels. In het voedselweb van de Zuidelijke Oceaan spelen ze een belangrijke rol en worden ze bijvoorbeeld gegeten door Antarctische kabeljauw. De biologe Dr. Charlotte Havermans onderzoekt daarom het voorkomen, de frequentie, de genetica en de ecologische rol van verschillende soorten amfipoden met behulp van het onderzoeksschip "Polarstern" van de AWI.

Tijdens een expeditie in de zuidelijke zomer van december 2016 tot februari 2017 deed ze een verbazingwekkende ontdekking: "Sommige amfipoden hadden iets vreemds op hun rug. Bij nadere inspectie realiseerde ik het me: Ze droegen pteropoden piggyback," vertelt de biologe. Onderzoek wees uit dat Amerikaanse wetenschappers dit gedrag al in 1990 hadden beschreven - maar alleen voor de kustwateren van hoog-Antarctica en niet voor de open Zuidelijke Oceaan, waar de "Polarstern" rondzwom.

"We vroegen ons af of deze tandems net zo vaak voorkomen in de open oceaan als in de kustwateren - en of beide dieren voordeel hebben van deze relatie," zegt Charlotte Havermans. In de kustwateren van McMurdo Sound droegen de meeste onderzochte amfipoden een rugzak van pteropoden. Latere genetische en morfologische studies brachten nieuwe inzichten. Hoewel dergelijke tandems voorheen onbekend waren, komen ze voor in de open Zuidelijke Oceaan. De biologen ontdekten dit gedrag bij twee soorten: de amfipode soort Hyperiella dilatata droeg een soort pteropode die bekend staat als Clione limacina antarctica, terwijl het kreeftachtige Hyperiella antarctica werd geassocieerd met de pteropode Spongiobranchaea australis. Of er sprake is van soortspecifieke paren, zodat alleen een bepaald type amfipode een specifieke soort pteropode bij zich draagt, kon door de kleine steekproef niet onomstotelijk worden vastgesteld. Tijdens de expeditie langs het poolfront en naar de oostelijke Weddellzee vond het team van AWI-bioloog Havermans slechts vier tandems.
Gedragsobservaties van vrij levende amfipoden laten zien dat Antarctische kabeljauw en andere roofdieren worden afgeschrikt door de chemische stoffen die de pteropoden produceren. Als nu amfipoden die pteropoden als "gijzelaars" nemen, worden ze uiteraard niet aangetast door hun gif, maar kunnen ze roofdieren afschrikken. Want de kabeljauw leert dat amfipoden met een rugzakje niet smaken en schuwt ze als ze een pteropode op de rug dragen.

Omdat de situatie in de open poolzee anders is dan in ecosystemen aan de kust, zijn er nog veel vragen onbeantwoord: Of de veel voorkomende roofzeenaalden of lantaarnvissen ook chemisch gedoofd worden, is nog niet onderzocht. Hoe groot het energetische voordeel van een ritje voor de pteropode is, staat ook nog open.
De onderzoekers stelden vast dat de amfipode twee paar poten gebruikt om de pteropode op hun rug te houden, zodat ze helemaal niet actief op zoek kunnen gaan naar geschikt voedsel waar dat beschikbaar is. "Volgens onze eerdere bevindingen zou ik zeggen dat de amfipoden de pteropoden ontvoeren," vatte Charlotte Havermans knipogend samen.

Link naar de studie: doi.org/10.1007/s12526-018-0916-3

Video: https://youtu.be/LySHLjhowuo