Drastische verlaging vangstquota nodig om instorting kabeljauwbestanden Oostzee te voorkomen

De kabeljauwcrisis is ‛homemade' De toekomst van de visserij in de Oostzee staat op het spel. Wetenschappers bevelen aan om de visquota met 87 procent te verlagen om te voorkomen dat het kabeljauwbestand in de westelijke Oostzee instort. Voor veel vissers, vooral die in Sleeswijk-Holstein, zou deze verlaging een bedreiging vormen voor hun levensonderhoud. Maar als de kabeljauwbestanden zouden instorten, zou dat zeker het einde betekenen van de visserij-industrie in de Oostzee. Op de Duitse visserijdag (23 tot 25 augustus in Potsdam) waarschuwt het WWF om de aanbevolen quotaverlagingen door te voeren en opties te bieden voor getroffen vissers om zich aan te passen en het hoofd boven water te houden. Suggesties zoals sloopregelingen en maatschappelijk verantwoord uit de vaart nemen van vissersboten zijn naar voren gebracht als noodmaatregelen. Volgens het WNF is het essentieel dat visserijpraktijken bijdragen aan de opbouw van de visbestanden, zoals we op 15 juli 2016 hebben gemeld. ( https://blog.mares.com/overfishing-causes-collapse-of-cod-fisheries-in-baltic-sea-2031.html) "De kabeljauwcrisis is ‛homemade'. De westelijke kabeljauw wordt al tientallen jaren overbevist. Daardoor is de kabeljauw niet meer toereikend voor iedereen. De vlootcapaciteit moet nu worden teruggebracht en worden afgestemd op realistische vangstmogelijkheden," zei WWF's visserijdeskundige Stella Nemecky in het Duits. Een halfslachtige quotaverlaging ondanks het wetenschappelijk advies brengt het herstel van het bestand in gevaar en is daarom niet in het belang van de visserij op de lange termijn. De verlaging van de visquota en de overbruggingsopties zullen naar verwachting nodig zijn tot minstens 2019. "Oktober zal uitwijzen hoe het de klasse van het volgende jaar zal vergaan. Dit zou afhangen van hoe snel de kabeljauwbestanden zich herstellen, zodat de gematigde visserij niet in gevaar komt," aldus Nemecky. Het WNF bekritiseert het Duitse visserijbeleid dat tot nu toe al jaren de wettelijke voorzorgsmaatregelen negeert. "Voor overbeviste bestanden zullen de gevolgen ernstig zijn. Goed visserijbeheer moet voorbereid zijn op dit worstcasescenario, zodat niet de hele visserij in gevaar komt," aldus Nemecky. Daarom moeten de goede jaarklassen worden gebruikt om de ontwikkeling van visbestanden in zo'n situatie veilig te stellen. Het WNF pleit voor een verlenging van het gesloten seizoen voor paaivissen en een verandering van de visserij op de andere soorten. Als vissers willen overstappen op een selectievere manier van visvangst die de vangst van onvolgroeide jonge kabeljauw vermindert, moet dit ook worden aangemoedigd.